Heksen

Een vriendin van mij is de alternatieve geneeswijzen in gegaan. Zij was eerst huisarts. We kregen het laatst over heksen. Feitelijk ben ik ook een heks zei ze. Bij heksen dachten we vroeger aan Eukalypta, die hoog langs het zwerk op haar bezemsteel voortging. De boosaardige schaterlach en de wrat op haar neus lieten gelijk zien hoe door-en-door slecht ze was. Het is alweer honderden jaren geleden dat de laatste heks werd verbrand.

Op een avond komt onze apotheker langs om te praten over een pater die een pot condooms van zijn toonbank heeft geveegd. Dat was nog tot daar aan toe, maar nu heeft hij ook nog brieven geschreven. Daarin staat dat de apotheek binnenkort best wel eens in brand kan vliegen. Ook zullen de assistentes onverklaarbare ernstige fouten maken. Heb je alles gehad en nu dit nog denk ik eerst, maar de apotheker is er wit van om de neus en zijn assistentes vinden het ook niets om over te lachen. Bovendien is de apotheker mijn buurman en zelf zit ik ook niet te wachten op pyrotechnische experimenten van de pater.

Voodoo, heksen, de duivel uitdrijven, de duivel ìndrijven, het kan allemaal weer. En het gebeurt dus ook. Bij de grote denkers vroeger was het kwaad niets abstracts. Augustinus geloofde in de duivel als wezen dat rondging zoekende wien te verslinden. Teresia nam op haar reizen altijd een teiltje wijwater mee om de boze verre van haar reiskar te houden. Mensen die pacten met de duivel sluiten zijn er ook nu nog. Iemand die zoekende jonge mensen zover krijgt zich een paars lapje over het gezicht te leggen en dan zelfmoord te plegen is er zeker zo één. De vraag is hoe ze te herkennen zijn en wat er tegen te doen is.

Daarom twee goede heksentesten, maar eerst een waarschuwing: het kan tegenwoordig ook een man zijn. Dat is de emancipatie. Enerzijds wil de heks nooit praten over goed en kwaad. Zij begint dan naar het plafond te staren of verveeld voor zich uit te kijken. Anderzijds is humor een goede heksentest, hoewel ik niet weet of hij vermeld staat in de Malleus Maleficarum, het grote heksenboek, en ook niet of hij tijdens de heksenprocessen werd uitgevoerd. De heks heeft geen gevoel voor humor. Ossama Bin Laden krijg je niet aan het lachen.

Het kwaad kan worden bestreden met bidden vanzelfsprekend, en dan verliest de-vijand-van-alle-goeds het altijd, maar een goede tweede keus is ook de humor. Teresia van Avila hield de duivel geregeld voor de gek. Wie Ossama Bin Laden verbiedt in de Carnavalsoptocht heeft zowel Ossama als ook de Carnaval niet begrepen. Mocht er in de Rooms-Katholieke kerk ooit niet meer gelachen worden in onze streken, dan is zij reddeloos verloren en kan zij alleen nog maar van buiten worden hersteld.

Inderdaad komt het oude weer terug. Een proces tegen Yomanda over Sylvia Millecam was een ouderwets heksenproces, wel iets om met enig genoegen vanuit de Kerk naar te kijken. Geweld gebruiken tegen een heks is behalve slecht natuurlijk vooral een teken van ongeloof.

Yomanda is zeker ook een heks. Ik durf niet naar haar te gaan kijken uit angst op een zeker moment ook zo stijf als een plank op het toneel te liggen. Mijn vriendin rolt haast van haar stoel van de lach. Ze stelt dus als heks niet veel voor.

Wim Beurskens (eerder gepubliceerd in tijdschrift Inspiratie)

www.wimbeurskens.nl